Ockhams scheermes

Willem van Ockham – schets uit een Summa logicae-manuscript met het bijschrift frater Occham iste (1341)

Ockhams scheermes (Latijn: lex parsimoniae, de wet van de spaarzaamheid) is de stelling dat wanneer er verschillende hypothesen zijn die een verschijnsel in gelijke mate kunnen verklaren, die hypothese gekozen moet worden die de minste aannames bevat en het kleinste aantal entiteiten veronderstelt. Het is een principe uit de kennistheorie dat wordt toegeschreven aan de 14e-eeuwse Engelse filosoof Willem van Ockham, een franciscaner monnik.

Het houdt in dat men het bestaan van iets niet moet veronderstellen als onze ervaringen ook zonder kunnen worden verklaard; in het Latijn: Entia non sunt praeter necessitatem multiplicanda: "Men moet de zijnden (gepostuleerde objecten binnen een hypothese) niet zonder noodzaak verveelvoudigen".

Het 'scheermes' – een term die Ockham zelf niet gebruikte – symboliseert het wegscheren van alle onnodige ingewikkeldheden om bij de eenvoudigste verklaring uit te komen. Ockham gebruikte dit principe om speculatieve begrippen in de filosofie af te wijzen. Betrouwbare speculaties over de wereld waren voor hem uitgesloten. Dit paste in zijn filosofie van het nominalisme, de opvatting dat abstracte begrippen niet op zichzelf bestaan, maar slechts hulpconstructies zijn van de menselijke geest.


Developed by StudentB